“We kunnen niet meer met verdriet omgaan”, schrijft psychiater Dirk de Wachter in zijn nieuwe boek “De kunst van het ongelukkig zijn”. Dat klopt, maar wat ik er graag aan zou willen toevoegen is: “dat hebben wij hier in het Westen nog nooit gekund”. Verdriet, huilen, anderen vertellen dat het een jaar na de scheiding nog helemaal niet wil, je wanhoop tonen omdat het nog steeds niet goed gaat met je dochter, mannen die huilen: het is nog nooit een deel van onze Westerse samenleving geweest. Wat zou het goed zijn als daar nu verandering in zou komen. Het niet leven, het niet uiten van je verdriet bestaat niet. Niet geleefd verdriet beneemt je de adem- soms letterlijk- en snoert je keel dicht. Het kruipt in alle kieren en gaten van je lichaam en ziel en verziekt daarvandaan letterlijk je leven. Je buitengesloten voelen, eenzaamheid, zwaarmoedigheid, woede-aanvallen, cynisme. Maar ook daadwerkelijk fysiek ziek zijn, met meer dan alleen vage buikklachten. Doen alsof je geen verdriet hebt is geen optie. Verdriet sluit zich op in je lichaam en meldt zich vroeger of later in je aan. Hoe dan ook.
“Aan verdriet kun je niet veel doen” aldus klinisch psycholoog Jos de Keijzer in een interview met Riet Fiddelaers. ( Podcast De Verliescirkel afl.2 ) Het verontrust mij zeer dat twee vooraanstaande deskundigen in ons land het hierover kennelijk samen roerend eens zijn. Nee, er is geen prullenmand waar je je verdriet in kunt deponeren. En nee, je kunt verdriet niet loslaten. Of “vandaag even niet”. Je zit er middenin en het verdriet wijkt voor geen meter. Toch? Niet helemaal. Ja, je verdriet is. Groot donker en diep. Angstaanjagend ook. Je verlangen is groter dan je ooit voor mogelijk had gehouden:
Zeven maal om de aarde te gaan,
als het zou moeten op handen en voeten;
zeven maal, om die ene te groeten
die daar lachend te wachten zou staan.
Zeven maal om de aarde te gaan.
Ida Gerhard
“Tranen vormen een rivier die je naar een andere plek brengt” ( Clarissa Pinkola Estes). Huilen is een directe, natuurlijke, fysieke uiting van mensen op verdriet. Huilen helpt om je emotionele balans te herstellen. En omgekeerd: de kramp die nodig is om je tranen in te houden verkrampt ook je andere emoties. Een huilbui lucht op. Geeft ruimte. Over een lange periode geven tranen een andere wending aan je verdriet. Een andere lading. Kun je weer contact maken met de liefde die aan dit verdriet ten grondslag ligt. Tranen laten stromen is uiteindelijk je liefde laten stromen.
Aangaan van je verdriet is je verdriet voelen en daar vanuit jezelf open mee omgaan. “Dit is mijn verdriet, dit is een deel van mij”. Huilen is de meest primaire uiting, maar er zijn zoveel mogelijkheden; tekenen, schilderen, schreeuwen, zingen, muziek maken, luisteren naar muziek, praten, stil zijn, samen stil zijn, rituelen. Steeds vanuit de kern van je eigen gevoelde verdriet. Tot het een meelevend deel van jezelf is geworden. Dat er is, en dat blijft. Zoals de liefde blijft.
Tijd is een door mensen bedacht fenomeen. Verdriet past zich daar niet in aan. Als je na een jaar nog veel verdriet voelt is dat geen reden om je zorgen te maken. We hebben allemaal rouw. En misschien hebben we allemaal wel gecompliceerde rouw.